Nieuwe autoradio doet het niet – wat nu?

Het klinkt zo eenvoudig: autoradio’s zijn voorzien van gestandaardiseerde aansluitingen. Daarmee kunnen ze met luidsprekers en de stroomvoorziening worden verbonden. Voor het geval er iets niet past, zorgt een geschikte adapter voor de verbinding. Voor zover de theorie. In de praktijk loopt het wel eens anders.

Eenvoudig basisprincipe

De autoradio is een elektronisch component dat aan dezelfde fysische wetten als alle elektrische onderdelen is onderworpen. Deze elektronische componenten heten “verbruikers“. Het kunnen lampen, zetelverwarmingen, hulpmotoren (elektrische raamopeners) of het soundsysteem in de auto zijn. Het basisprincipe van elektrotechniek is dat stroom altijd in kringen loopt. Elke elektrische verbruiker moet zonder uitzondering in een gesloten systeem zijn geïnstalleerd. Dit bestaat uit een stroombron met positieve en negatieve pool en de bijbehorende stroomkabels.

Eenvoudig gezegd zijn alle kabels, die naar de verbruiker leiden, de heenleiding en alle verbindingen die terug naar de stroombron leiden, de terugleiding.

Aarding spaart kabel

Wanneer elke elektrische verbruiker in de auto met een compleet eigen stroomkring zou zijn uitgerust, had u al snel een behoorlijke kabelspaghetti. Daarom maakt men gebruik van een eenvoudig truukje dat de installatie vereenvoudigt en de auto ook nog eens goedkoper maakt: men gebruikt de metalen carrosserie van de auto als terugleiding. Zowel de batterij als de generator zijn via een dikke kabel met de carrosserie verbonden. Zo kan elke verbruiker door een verbinding met het metaal de complete terugleiding creëren. Dat klikt geniaal en eenvoudig, doch kan bij de installatie van autoradio’s tot problemen leiden.

Welke stroom heeft de auto nodig?

Dat is helemaal geen domme vraag, want een autoradio heeft niet één, maar DRIE stroomaansluitingen nodig. Twee betreffen de autoradio zelf. De derde betreft de luidsprekers. De beide stroomaansluitingen van de autoradio zelf zijn

De constante plus houdt de opslagfuncties van de radio intact. Daartoe behoren:

De schakelplus is de stroomvoorziening voor de normale werking van de autoradio.

Vroeger waren deze functies nog onafhankelijk van elkaar. Moderne autoradio’s verlangen echter een veilige verbinding met beide stroombronnen. Anders weigeren zij dienst.

De nieuwe autoradio

Redenen voor een nieuwe autoradio zijn er genoeg. De oude is kapot of heeft niet de gewenste functies. Tegenwoordig zijn telefoonluidsprekerfuncties en aansluitingen voor MP3-spelers absoluut standaard. Bij de aanschaf van een oude tweedehands wagen is vaak een even oude radio geïnstalleerd, die deze functies nog niet heeft.

Gelukkig worden nieuwe autoradio’s met adapters geleverd, die een verbinding met de stroomvoorziening in de auto moet garanderen. Hier valt al meteen één ding op: de gele en rode kabel zijn door een stekkerverbinding onderbroken. Dit heeft een heel speciale reden.

Goed gereedschap is verplicht

Om ook een weerspannige autoradio in te bouwen, heeft u nodig:
1 multimeter
1 isoleertang (let op de kwaliteit, geen experimenten met tapijtmessen!)
1 set kabelschoenen en kroonstenen (suikerblokjes)
1 spitstang
1 kleine, platte schroevendraaier (let op de kwaliteit, een goedkope spanningszoeker gaat snel kapot)

Het universele gereedschap voor het inbouwen van een autoradio is de multimeter. Dit reeds voor minder dan 10 euro verkrijgbare apparaat is heel praktisch en kan helpen, een fout in de bedrading op te sporen. Zo hebben stroomfouten geen kans. Alles wat u nu nog moet doen, is systematisch handelen.

De instelling van de nieuwe autoradio verandert constant

Dit is nog de makkelijkste fout om te verhelpen: dat hij het doet, is tenminste een teken dat hij stroom krijgt. De constante plus en de schakelplus zijn echter met elkaar verwisseld. Daarom hebben de rode en de gele kabel een stekkerverbinding. U trekt ze er eenvoudigweg uit en verbindt ze weer kruislings. Zo is het probleem verholpen en de radio functioneert weer zoals gewenst.

De nieuwe autoradio doet het niet

Alles is verbonden maar de nieuwe autoradio doet het niet. Volgende fouten kunnen zich voordoen:

Radio is dood

1. Zekeringen controleren Zoals zo vaak kan de oorzaak van een stroomuitval in de wagen aan een doorgebrande zekering liggen. Hiervoor moet u in de zekeringskast kijken. Niet vergeten: ook de autoradio heeft direct naast zijn stekker een platte zekering!

2. Verdere stappen Geeft de radio ondanks intacte zekeringen geen krimp, is er een probleem met de stroomvoorziening. Dit kan veel oorzaken hebben. De eerste maatregel is: de oude radio bij wijze van test weer inbouwen. Wanneer hij het doet, is de basiswerking van de kabelboom in orde. Een aansluitingsfout is dan aan de orde. Nu komt de multimeter van pas. Hij moet uitvinden hoe de aansluiting loopt. Belangrijk zijn hier de kleuren rood, geel en bruin of zwart aan de toeleidingsstekkers van de auto. Tip: de voelers aan de multimeter hebben een kap, die de schacht isoleert en slechts een topje vrijlaat. Wanneer u deze kap verwijdert, kan de voeler in de contacten van de stekker worden gestoken. De multimeter wordt op 20 Volt gelijkstroom ingesteld. Nu wordt de stekker op zijn stroomvoorziening onderzocht.

2.1 Contactsleutel eruithalen

2.2 Zwarte voeler op bruine of zwarte kabel steken en de rode voeler aan het gele contact houden.   Geen reactie: geel contact is niet constant-plus of massafout. Aanduiding 12 Volt: geel contact is constant-plus en massacontact is aanwezig.

2.3 Zwarte voeler op bruine of zwarte kabel steken en rode voeler tegen rood contact houden   Geen reactie: rood contact is niet constant-plus of massafout. Aanduiding 12 Volt: rood contact is constant-plus en massacontact is in orde.

2.4 Ontsteking inschakelen (zonder motor te starten) Met hetzelfde proces de schakelplus vaststellen

2.5 Massafout vaststellen De zwarte voeler wordt aan het metaal van de carrosserie gehouden. Nu de rode voeler tegen de contacten van de gele en vervolgens de rode kabel houden. Wordt nu een spanning aangeduid, kunt u van een kabelbreuk in de massa uitgaan.     Heeft de aansluitstekker echter een geldig massacontact, verbindt u hem met de adapter. Dan kunt u controleren op welke kabel de massaverbinding verder geleid wordt. Wanneer de kabel nergens heengaat, kan de aansluitstekker aan de adapter worden omgebouwd. Dat is een prutswerkje waarvoor wat oefening nodig is. In principe passen de pinnen van de adapterstekker ook in een ander stekkercontact. Daarom zijn bij de stekkers van de electriciteitsvoorziening zoveel steekcontacten vrij.

2.6 Licht inschakelen Wanneer aan de stekker een massacontact is vastgesteld, is dit nog niet helemaal eenduidig. Het kan ook zijn dat een constructieve afwijking van bepaalde autobouwers hier verwarring zaait.       Herhaal de punten 1 – 4 met INGESCHAKELD LICHT. Wanneer nu geen stroomkring meer wordt vastgesteld, is de massa verkeerd, of ongeschikt voor de radio aangelegd.

Constante plus aanleggen Constante plus kan het eenvoudigst met een kabel direct vanuit de batterij in de auto aangelegd worden. Het leggen van de kabel is soms wat gepruts, maar kan tot een schone oplossing leiden. Bij deze oplossing moet echter absoluut een zekering van 10 ampère worden ingebouwd. Anders riskeert u bij overspanning een kabelbrand.

Massa aanleggen Het goede nieuws is, dat een massa-aansluiting heel makkelijk aan te leggen is. Daarvoor heeft u slechts een lange, zwarte kabel nodig die met een ringschoen is verbonden. De ringschoen kan aan eender welke plek, bijvoorbeeld aan een bekledingsbout met het metaal van de carrosserie worden verbonden. Vervolgens wordt de zwarte kabel met de zwarte kabel van de adapter verbonden. Daarvoor wordt hij daar in het midden doorgesneden, geïsoleerd en met een kroonstekker verbonden.

Schakelplus aanleggen Wanneer aan de aanwezige kabelboom geen bruikbare schakelplus kan worden geïdentificeerd, kan die bij een andere verbruiker worden gehaald. Treedt deze fout op, is meestal het contact in het contactslot niet in orde.       In plaats van een nieuw contactslot in te bouwen, kunt u de schakelplus ook van een andere plek halen. Hier is bijvoorbeeld de sigarettenaansteker of de 12-V-autostekker heel geschikt. Het onderdeel wordt gedemonteerd en zijn stroomvoorziening vrijgelegd. Hier wordt met behulp van een multimeter de verbinding van de kabels eenduidig geïdentificeerd. Met behulp van restkabels – idealiter van rode kleur – wordt een y-vormige aansluitkabel vervaardigd. Deze wordt in de stroomvoorziening van de sigarettenaansteker ingebouwd. Van het open einde kan nu een verdere kabel naar de schakel-plusaansluiting van de adapter worden getrokken. Perfect zou zijn, wanneer deze kabel ook nog van een 10 ampère zekering wordt voorzien.

Foutmelding van de nieuwe radio

Tenslotte kan het ook voorkomen, dat de autoradio een foutmelding geeft. Een typische melding luidt:

“Miswiring, Check Wiring then Power On”

In dit geval doet de radio helemaal niets en laat zich ook niet uitschakelen. In dit soort gevallen is meestal het volgende gebeurd:

De radio heeft met zijn behuizing massacontact gemaakt. Dit kan gebeuren wanneer bij het leggen van de massakabel hij door het inbouwframe of de behuizing is beschadigd. De radio wordt weer gedemonteerd en de massaverbinding gecheckt. Meestal kan de fout zo worden verholpen.

De installatie van een nieuwe autoradio is niet altijd zo eenvoudig als de fabrikanten beloven. Met systematisch handelen, een beetje handigheid en het passende gereedschap kan ook de meest eigenwijze nieuwe autoradio in elke auto worden geïnstalleerd.

Foto: Hernando Sorzano, Hal_P, Mihancea Petru, Alefat, Tomasz Majchrowicz / shutterstock.com