De koppeling is geen afzonderlijk onderdeel, maar een complex systeem, verantwoordelijk voor de krachtoverbrenging tussen motor en versnelling en kan dankzij de verschillende transmissies een aantal krachten en snelheden overbrengen. De levensduur van de koppeling is sterk afhankelijk van de auto en het individuele rijgedrag. Wanneer u onze tips ter harte neemt, kunt u de levensduur van uw koppeling met een veelvoud verlengen. Bovendien tonen wij u, hoe u eventueel moet ontluchten en hoe u uw koppeling na een vervanging het beste inrijdt.
Wanneer wordt het tijd voor een nieuwe koppeling?
Bijna alle symptomen die op een defecte koppeling wijzen, treden geleidelijk op en worden door de bestuurder pas laat opgemerkt. Iedereen kent de “groet van de versnelling”, het onaangename geluid bij het schakelen dat erop wijst. dat de verbinding niet behoorlijk ontkoppeld werd. Wanneer dit vaker voorkomt, ook wanneer u de koppeling goed indrukt, is de slijtage meestal vergevorderd en een vervanging is in de meeste gevallen onvermijdelijk. Gaat het enkel om “speling” in het pedaal, reageert de koppeling dus later dan vereist en moet u voor het ontkoppelen meer kracht zetten dan gebruikelijk, duidt dit op lucht in de hoofdcilinder. Dit kan men met een paar handgrepen en een beetje technische know-how zelf laten ontsnappen. Wanneer optrekken niet meer lukt omdat de motor wordt afgeknepen alhoewel men genoeg gas geeft, kan een systeemdefect het geval zijn.
Koppelingskracht testen
Met een eenvoudige test kunt u uitvinden of de koppelingskracht nog voldoende is. Daarvoor zet u de auto op een open, zo vlak mogelijke plaats, schakelt u de motor uit en trekt u de handrem aan. Nu wordt ontkoppeld en de motor stationair gestart. Daarna schakelt u in de hogere versnellingen. In het ideale geval dient de motor bij het gas geven in de hoogste versnelling (alstublieft voorzichtig schakelen) al af te slaan. Gebeurt hier niets, is de slijtage reeds vergevorderd. Uiterlijk in de derde versnelling zou de koppelingskracht de motor bij het draaien moeten hinderen. Is dit niet het geval, is de koppeling niet meer te redden en heeft u een nieuwe nodig.
Koppeling ontluchten en de speling uit het pedaal verwijderen
Is de koppelingskracht nog voldoende, maar voelt het koppelingspedaal losjes aan en moet u veel kracht zetten om behoorlijk te ontkoppelen, zit er hoogstwaarschijnlijk slechts lucht in het systeem. De hydraulische koppelingen, die tegenwoordig in de meeste auto’s geïnstalleerd zijn, kunt u relatief makkelijk zelf ontluchten. Als absolute beginner dient u zich op de vingers te laten kijken. Veel kan er overigens niet fout gaan, afgezien van de mogelijkheid dat er nog meer lucht in het systeem terechtkomt. Lukt u de ontluchting zelf niet, kunt u ook een garage opzoeken. Die hebben er een speciaal apparaat voor, dat met een parallelkringloop functioneert en de lucht voor 100 procent verwijdert.
Volgende gereedschappen zijn nodig:
– draaimomentsleutel met passende kop
– remvloeistof (zie handleiding)
– schroevendraaier
– evt. krik
– een stuk slang en een slangklem (idealiter doorzichtig)
– reservoir
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Stap 4: Vraag nu uw helper, het koppelingspedaal herhaaldelijk met krachtige trappen volledig in te trappen en deze procedure minstens vijf maal te herhalen. Aan het einde moet de pedaal helemaal ingedrukt worden houden. |
![]() |
Stap 6: Herhaal de procedure zo vaak totdat er geen lucht meer in het systeem zit. |
![]() |
Stap 8: Met de draaimomentsleutel het ventiel tot ongeveer 4 Nm koppel afsluiten. |
![]() |
Stap 10: Voer een paar schakelingen uit. Let op de kracht die u moet zetten om het pedaal te bedienen. Voer aan het einde de eerder beschreven koppelingstest uit. Is alles in orde, was de ontluchting geslaagd. |
Helemaal niet zover laten komen: Dit rijgedrag spaart de koppeling
Normaal gezien is de koppeling dusdanig gebouwd, dat slijtage bij goed gebruik slechts minimaal is. Dat merkt men met name bij wagens met automatische versnelling. Omdat alles hier automatisch functioneert en de bestuurder hier niet ingrijpt, houden deze het tot 300.000 km uit en moeten zij zelfs bij langdurig gebruikte auto’s slechts zelden worden vervangen. Heel anders ligt het bij handgeschakelde versnellingsbakken. Hier ligt de levensduur tussen de 20.000 en 200.000 kilometer, hetgeen ook duidelijk maakt hoe groot het spectrum is, wat u door aanpassing van het rijgedrag kunt beïnvloeden.
Wanneer u uw koppeling wil ontzien, dient u volgende punten dringend te beachten:
– Volledig intrappen: Ook al is het moeilijk en kan het bij sommige wagens spierpijn opleveren, u dient altijd te proberen, de koppeling zo ver mogelijk in te trappen. De reden hiervoor ligt in de mechaniek: alleen op deze wijze wordt het voor de materiaalbelasting optimale punt bereikt dat voor de schakeling zo belangrijk is. Dit geldt overigens ook voor de versnellingspook. Wie al vóór het einde van het koppelen begint, zenuwachtig aan de versnellingspook te rukken alleen om de volgende versnelling in te schakelen, zal niet lang plezier hebben van zijn versnellingsbak en koppeling. |
– Voet van de koppeling: Wat bij de racesport moet, mag ook in het normale wegverkeer niet worden veronachtzaamd. Blijft u na het schakelen met uw voet nog lang op het koppelingspedaal, wordt deze mechanisch belast en de levensduur verkort. Daarom dient u deze zo kort mogelijk ingetrapt te houden en de voet direct van het koppelingspedaal te nemen. Ook bij het wachten, bijvoorbeeld bij een rood stoplicht, hoeft u de koppeling niet ingetrapt te houden, wanneer u in zijn vrij schakelt en vervolgens de handrem aantrekt. Natuurlijk: bij korte stops en kortdurende stoplichten is dat niet absoluut nodig, maar aan grote kruispunten kan het het allemaal al gauw 30 seconden of langer duren. |
– Bij het parkeren geen spanning op de versnellingsbak: Een tip die niet alleen de koppeling maar ook de versnellingsbak ontziet. Wie bij het parkeren de wagen in zijn vrij zet en alleen op de handrem vertrouwt, neemt de druk van versnellingsbak en koppeling, die normaal gezien voor het onderdrukken van de motor verantwoordelijk zijn. Geen paniek: bij een goed functionerende handrem wordt de auto zelfs op hellingen op zijn plaats gehouden. Alleen wanneer deze sterk versleten is, kan het tot problemen komen. |
– Schakelhandelingen vermijden: Vóór het stoplicht nog een keer een hogere versnelling inschakelen alhoewel het reeds duidelijk is dat u wellicht al gauw weer moet remmen? Wie deze rijstijl erop na houdt, kan zijn koppeling al heel snel gedag zeggen. Schakelen vermijden zou het devies moeten zijn. Dat lukt het beste door anticiperend rijden. Vooral beginners hebben hier moeite mee. Met groeiende ervaring lukt het u steeds beter, situaties op voorhand in te schatten. Ook dan kan u de schakelhandelingen tot een minimum reduceren. |
De koppeling na de vervanging inrijden – zo gaat dat.
Na vervanging van de koppeling zal de garage u zeker zeggen, dat u het de komende tijd “rustig aan” moet doen. Dat heeft verschillende redenen. Om te beginnen hebben de mechanische onderdelen enige tijd nodig, voordat ze met het oog op de mogelijke toleranties hun optimale harmonie hebben bereikt. Bovendien moeten de vetten en olie verantwoordelijk voor de smering zich ook eerst grondig verdelen en in elke spleet kruipen. 1000 kilometer moet u rijden voordat de nieuwe koppeling als ingereden geldt. Gedurende deze tijd dient u zich als volgt te gedragen:
– De motor met zo laag mogelijk toerental rijden, ook op de snelweg snel een hogere versnelling kiezen en zo laat mogelijk terugschakelen. Aanbevolen wordt, een toerental van 4000 U/m niet te overschrijden. |
– Bij het wegrijden op de helling in geen geval de “koppeling laten slippen” maar met de handrem werken. In noodgevallen mag in deze situatie de toerentalgrens kort worden overschreden, omdat de belasting op de koppeling niettemin kleiner is dan met koppelingsslip-methode. |
– Tijdens de eerste 500 kilometer geen aanhangers, caravans of fietsdragers trekken/vervoeren. Een koppeling die bij gelegenheid lawaai maakt of een bijna afknijpen van de motor is na een koppelingsvervanging in de eerste kilometers volledig normaal. Wanneer zich dit na 1000 gereden kilometers nog altijd voordoet, dient u zo spoedig mogelijk een garage op te zoeken omdat er mogelijkerwijs een fout bij de montage is ingeslopen. Bovendien is het mogelijk dat het slijpbeeld van de koppelingsschijf daarvoor verantwoordelijk is. In dit geval kunt u onder toezicht van uw garage het slijpbeeld door expliciet bergop rijden verbeteren. |
Foto: Thanapun, Iakov Filimonov, AlexLMX, Visionsi, loraks, malkovkosta, Tom Wang / shutterstock.com