Jarenlang functioneert uw auto bij alle mogelijke weersomstandigheden zonder startproblemen. Ineens kan het dan gebeuren dat hij eenvoudigweg niet meer aan de gang te krijgen is. Hoe in zo’n geval te handelen, leest u in deze handleiding.
Fouten definiëren
De auto start niet. Startkabels zijn dan niet in alle gevallen het probate middel. Niet elke autopanne is immers hetzelfde. Afhankelijk van de manier waarop de auto weigert te starten, doet zich een verschillend defect voor. Dit zijn de drie meest typische gevallen:
| 1. Auto vertoont geen reactie bij het omdraaien van de contactsleutel. 2. Dashboardverlichting brandt zwak; bij het omdraaien van de contactsleutel klinkt slechts een klik of een reutelende startpoging. 3. De startmotor draait volop, maar de ontsteking doet het niet. |
In geval 1 kan een diepontlading van de accu de oorzaak zijn. Zo leeg raakt de batterij echter enkel, wanneer de auto weken- of maandenlang stilstond. Reed de auto de vorige dag nog rond, zou op zijn minst het dashboard nog zwak moeten oplichten. Wanneer de auto helemaal “dood” lijkt, heeft dit meestal een andere oorzaak. De verbinding van de accu met de stroomkring is op een of andere manier weggevallen.
Dit kan gebeuren wanneer een pool is losgeraakt, een kabel is doorgesneden of er teveel roest aan de massakabel optreedt. In dit geval controleert u eerst de kabels. De rode plus-kabel kan ook zijn losgeraakt. Meestal doet dit zich defect echter aan de zwarte min-kabel voor. Wanneer een van de kabels naast de batterij hangt, heeft u het defect meestal al gevonden. Betreft het een oudere auto, maakt u de zwarte min-kabel van de carrosserie los. Vervolgens schuurt u de contacten aan beide kanten blank en schroeft de kabel weer vast. Een beetje poolvet beschermt het contact tegen nieuwe roest.
Wanneer dit niet werkt, kan het ook aan een defecte zekering liggen. Voordat u het met startkabels probeert, dienen de zekeringen te worden gecontroleerd. Anders zal de poging geen succes opleveren.
Geval 2 is een typisch geval van een lege batterij. Niettemin is ook hier een verroest contact van de massakabel op zijn minst bevorderlijk voor deze toestand. Hier kiest u voor de traditionele starthulp.
Bij geval 3 ontvangt de startmotor in ieder geval voldoende stroom. De auto krijgt echter óf geen brandstof, óf geen ontstekingsvonk, óf het voorgloeirelais van de dieselmotor functioneert niet.
Bij benzinemotoren is een blik onder de motorkap meestal voldoende: hangt de ontstekingskabel niet op zijn plaats, heeft u de oorzaak al gevonden. Omwille van de sterke vibraties van de motor kan het weleens gebeuren dat de ontstekingskabel losraakt. Wanneer u hem weer correct verbindt, zou de auto weer moeten starten.
Bij dieselauto’s is meestal de voorgloeizekering defect. In de bedieningshandleiding staat waar u deze kunt vinden. Hij wordt gecheckt en desnoods vervangen. Dan start ook de zelfontsteker weer.
Startkabels gebruiken – stap voor stap
Het traditionele geval van een lege batterij is de vergeten lichtschakelaar. Ook een parkeerlicht kan een batterij in een paar uur zo zwak laten worden, dat de auto niet meer wil starten. Omwille van de complexe elektronica in moderne auto’s is het gebruik van startkabels niet meer geheel zonder risico – ook voor het stroom leverende voertuig. U dient zich absoluut aan de beschreven volgorde te houden om dure volgschade te vermijden.
| 1. De juiste startkabel gebruiken |
| 2. De startkabel aansluiten |
| 3. Motor starten |
| 4. De startkabel verwijderen |
| 5. Verdere maatregelen |
1. De juiste startkabel
Een minderwaardige of te zwakke startkabel kan doorbranden of zware schade aan de elektronica van beide voertuigen veroorzaken. Een goede kabel herkent u aan drie eigenschappen:
1. Hij is voor dieselwagens geschikt (Doorsnee aluminium 25 mm² komt overeen met doorsnee koper 16 mm²).
2. De klemmen zijn volledig geïsoleerd, hebben een krachtige “greep” en beide contactoppervlakken zijn aan de hoofdkabel aangesloten.
3. De kabel is voorzien van overspanningsbeveiliging.
Het meest voor de hand liggende kenmerk is de prijs. Een hoogwaardige, veilige en gebruiksklare startkabel begint bij 50 EUR. Goedkopere kabels zijn na 2 – 3 pogingen meestal doorgebrand. Dat geldt met name wanneer u met een startkabel voor een benzineauto een dieselmotor probeert te starten.
De kwaliteit van de klemmen is aan volgende eigenschappen herkenbaar:
– In gesloten toestand is geen blank metaal zichtbaar.
– De klem kan alleen met kracht worden geopend.
– Beide contactoppervlakken van de klem staan in verbinding met de hoofdkabel.
De overspanningsbeveiliging is een klein, meestal zwart kastje in het midden van de kabel. Hij verbindt de zwarte en de rode kabel met elkaar. Meestal zit er ook een lichtdiode op. Deze bescherming is vooral belangrijk voor de stroom leverende auto. Zo worden spanningspieken betrouwbaar vermeden en de eigen elektronica beschermd.
2. Startkabel aansluiten
De startkabel wordt op volgende wijze aangesloten:
1. Auto’s zodanig naast elkaar zetten, dat de rode plus-kabel van batterij naar batterij kan worden gelegd.
2. Motor uitschakelen, ontsteking uitzetten, beide accukappen afnemen.
3. Licht van de stroom ontvangende auto inschakelen.
4. Met de rode kabel de plus-polen van beide auto’s met elkaar verbinden.
5. De stroomkring met de zwarte min-kabel sluiten door de carrosserieën met elkaar te verbinden.
| OPGEPAST, ontploffingsgevaar! De zwarte kabel hoort NIET aan de min-pool van de batterij en mag uitsluitend aan de massapunten van beide auto’s worden aangesloten. Aan de min-pool ontstaat bij het sluiten van de stroomkring een lichte vonkenregen. Deze moet op afstand van de batterij worden gehouden. |
Geschikte plekken zijn:
– de voorziene aansluitpunten (te herkennen aan (-))
– de sloten van de motorkap of achterklep.
– motorsteun
– blanke metaal van de motor
Wanneer de stroomkring correct is gesloten, gaat het licht van de stroom ontvangende auto aan of wordt duidelijk feller. Nu bent u zeker, dat de auto kan worden gestart.
| OPGEPAST: aansluitingen niet verwisselen! Bij verkeerde aansluiting van de kabels, met name bij het verwisselen van de polen is zware schade aan beide auto’s onvermijdelijk. In het ergste geval kunnen beide batterijen ontploffen! |
| OPGEPAST: startkabel niet verlengen! De startkabel mag nooit worden verlengd door het verbinden van klemmen van verschillende kabels. Wanneer de kabel op zich niet lang genoeg is, kan hoogstens de batterij van de stroom gevende auto worden gedemonteerd. |
3. Motor starten
Voorafgaand aan het starten van de motor worden alle elektriciteitsverbruikers uitgeschakeld:
– licht
– radio
– ruitenwisser
– achterruitverwarming
– zetelverwarming
Wanneer alle verbruikers uit zijn, wordt de motor van de stroom leverende auto gestart. Vervolgens kan de eerste startpoging worden ondernomen.
| OPGEPAST! Enkel korte startpogingen ondernemen Bij het hulpstarten mag u hem niet eeuwig laten “reutelen”. Dit kan ook de beste startkabels overbelasten en laten doorbranden. Liever verschillende, kortere startpogingen ondernemen en na elke mislukte startpoging controleren of het probleem kan worden gevonden. |
4. Startkabel verwijderen
Wanneer beide motoren draaien, wordt eerst de min-kabel verwijderd en vervolgens de plus-kabel. De kabels worden veilig opgeborgen en de beschermingskappen op de batterijen geplaatst.
| OPGEPAST! Boete Wanneer een beschermingskap ontbreekt, moet deze zo snel mogelijk worden vervangen. Wordt bij een controle een ontbrekende beschermingskap vastgesteld, kan dit een boete van tot wel 90 EUR opleveren. In Duitsland komt een strafpunt in het verkeersregister. Dit geldt ook voor niet-gefixeerde accu’s. |
5. Na het hulpstarten
Na het starten van de auto die er de brui aan gaf, moet de batterij weer worden opgeladen. Daarvoor rijdt u minstens een half uur tot drie kwartier zonder ingeschakelde stroomverbruikers rond.
Het is aangeraden, de batterij bij een autoservice met een acculader weer volledig te laten opladen. Diepontladen batterijen kunnen een defect hebben opgelopen. Dit merkt u doordat de accu de spanning niet kan handhaven en voortdurend leegloopt. Voordat dit effect optreedt, en men weer op starthulp is aangewezen, kunt u de auto beter een nacht lang aan een lader aangesloten laten staan. Wanneer dit niet het gewenste effect sorteert, moet de accu door een nieuwe worden vervangen.
Voortaan helpt echter alleen alert blijven: nooit uit de auto stappen wanneer licht of radio nog aan staan!
Foto: Dmitry Kalinovsky, khonkangrua, pornanan nanthapornpisut, ilovephoto_KA, optimarc, Checubus, Pakpoom Phummee, Oyls, Minerva Studio / shutterstock.com
(38 Stemmen, gemiddelde: 4,89 uit 5)
Loading...
